woensdag 2 april 2014

Financieel herstel slachtoffers

Door: Ludo Goossens, Voorzitter Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven

Het Schadefonds moet veel meer een rol gaan spelen in het financieel herstel van verhoudingen tussen daders en slachtoffers van misdrijven, ook zelf gaan verhalen op de dader en in het verlengde daarvan de voorschotregeling gaan uitvoeren.

Slachtoffers krijgen een steeds belangrijker plek in onze samenleving. We vinden het niet meer dan normaal dat zij worden gecompenseerd voor hun schade. We vinden het ook steeds logischer dat de dader de schadevergoeding betaalt. Maatschappelijk is daarover nauwelijks of geen discussie meer.  
Die gedachte brengt mij op de vraag welke rol het Schadefonds kan spelen in een vorm van strafrechtspleging die zich meer en meer richt op herstel. 
Herstel van onrecht, herstel van vertrouwen, financieel herstel. Nu is die rol, door de manier waarop die is gegroeid, het betalen van een tegemoetkoming in de schade door de staat bij ernstig geweld, nogal beperkt. 
Marc Groenhuijsen  pleit ervoor om de klassieke invalshoeken op (schijnbare tegenstellingen tussen) strafrecht en herstelrecht los te laten omdat door het benadrukken van tegenstellingen het verder versterken van de positie van het slachtoffer wordt bemoeilijkt.

Ik ben het daarmee van harte eens.
Ik zou willen dat ook het Schadefonds in die ontwikkelingen meer dan nu uitdrukkelijk een positie kiest.

Vernieuwend
De Wet Schadefonds Geweldsmisdrijven (artikel 6) maakt het mogelijk schadevergoeding toe te kennen en de staat die vergoeding te laten verhalen op de dader. In de praktijk gebeurt dat helaas bijna nooit. Ik denk dat – als we aan die regel op slimme en vernieuwende wijze invulling geven - de positie van het Schadefonds binnen de strafrechtspleging meer gericht kan zijn op dat financieel herstel.

Om te beginnen moet het wettelijk kader aangepast worden zodat het  mogelijk wordt dat het Schadefonds zich kan voegen in de strafrechtelijke procedure. Uiteraard in het geval dat het Schadefonds de benadeelde partij een uitkering gaf voor de geleden schade of zal geven. Ontvangt het Schadefonds een bedrag van de dader, dan wordt dat verrekend met het uitgekeerde bedrag. Een eventueel surplus komt ten goede aan het slachtoffer. Zowel de Staat als het slachtoffer kunnen van een dergelijke regeling profiteren.

Financieel herstel
Ik bepleit dus dat het Schadefonds zich - naast het doen van uitkeringen uit de staatskas - in de toekomst, meer dan nu vanuit een eigen positie (ook in de strafprocedure), gaat bezig houden met de financiële kant van het herstel tussen dader en slachtoffer.
Daarvoor is nodig dat we de mogelijkheden om te verhalen op de dader actief ontwikkelen en benutten. 
Tenslotte ligt het, als deze ontwikkeling vorm krijgt, dan ook voor de hand om de uitvoering van de voorschotregeling die hoort bij de schadevergoedingsmaatregel, te laten uitvoeren door het Schadefonds. Als organisatie die recht doet aan slachtoffers. De uitvoering ligt nu bij het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB), de inningsorganisatie van het openbaar bestuur.

Op die wijze kunnen wij nog beter, ook in termen van herstelrecht, bijdragen aan het herstel van vertrouwen van slachtoffers in de brede zin van dat woord.

[1] Tijdschrift voor Herstelrecht 2010 (10) 4