donderdag 14 april 2016

Na een terroristische aanslag…

Door: Siewert Lindenbergh, lid Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven

De aanslagen in Brussel van eind maart hebben ons opnieuw ingescherpt hoe het risico van een terroristische aanslag dichtbij komt. Zo’n aanslag is onmiskenbaar een geweldsmisdrijf waardoor mensen ernstig letsel oplopen, of erger. En de verantwoordelijke dader ligt vaak letterlijk op het kerkhof. Dat zijn redenen om, als zo’n aanslag in Nederland wordt gepleegd een beroep te doen op het Schadefonds Geweldsmisdrijven.

Natuurlijk is geld niet het eerste waar slachtoffers van een aanslag aan zullen denken. Dat betekent dat het Schadefonds Geweldsmisdrijven in eerste instantie een bescheiden rol past. Maar juist dergelijke ernstige gebeurtenissen kunnen in een vroeg stadium ook financiële hulp nodig maken. Onze Belgische zusterorganisatie heeft daarmee inmiddels enige ervaring.

Kunnen de bestaande regels voor tegemoetkomingen één-op-één worden toegepast in geval van een terroristische aanslag? Is zoiets niet veel erger dan een andersoortig geweldsmisdrijf? Is er dan plaats voor hogere tegemoetkomingen? Hoe stel je de kring van gerechtigden tot een tegemoetkoming dan vast? En hoe gaat onze organisatie om met een plotselinge gebeurtenis met een groot aantal slachtoffers?

Dergelijke vragen houden ons natuurlijk al enige tijd bezig. Dat doet een beroep op ons ,maar daarbij is enige nuchterheid op zijn plaats. Want een terroristische aanslag met vele dodelijke slachtoffers en gewonden is natuurlijk gruwelijk. Zo’n gebeurtenis krijgt heel veel aandacht en iedereen beleeft het mee. Maar is een individueel geweldsmisdrijf met hetzelfde letsel tot gevolg voor de betrokkenen werkelijk minder erg? Is een individuele ramp voor de benadeelde en zijn naasten een minder grote ramp? En is dat werkelijk reden om andere regels voor tegemoetkomingen te kiezen?

Bij de uitkeringen uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven staat het tegemoetkomingskarakter telkens voorop: het is geen vergoeding van de schade, maar een maatschappelijke blijk van erkenning in de vorm van een financiële tegemoetkoming voor degenen die door een geweldsmisdrijf ernstig worden getroffen. Dat zal bij een terroristische aanslag niet anders zijn. Onze inspanningen zullen er ook dan op gericht moeten zijn om op het juiste moment voor de juiste mensen het juiste te doen. Dat proberen we bij individuele rampen te doen en dat zal bij een terroristische aanslag niet anders zijn.

www.schadefonds.nl

dinsdag 15 maart 2016

Beter bereiken

Door: Monique de Groot, directeur Schadefonds Geweldsmisdrijven

Vandaag presenteert het Schadefonds Geweldsmisdrijven de jaarcijfers over 2015. Ten opzichte van het jaar daarvoor hebben we bijna 700 meer aanvragen behandeld. Dat is een mooi resultaat van het voornemen om in 2015 meer slachtoffers te bereiken door meer bekendheid te geven aan het bestaan van het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Een toename van 10 procent. Afgelopen jaar werd een recordbedrag aan tegemoetkomingen uitbetaald: 16,5 miljoen euro.
In een eerder blog schreef ik over de samenwerking met Slachtofferhulp Nederland waar zogenaamde schadefondsspecialisten zijn opgeleid. Uit de toename blijkt dat deze investering goed heeft geloond en ervoor heeft gezorgd dat meer en vooral meer kansrijke aanvragen door de collega’s van Slachtofferhulp naar het Schadefonds zijn doorverwezen.

Voor 2016 hebben wij niet alleen het voornemen om dit niveau te handhaven, maar besteden we speciale aandacht aan minderjarige slachtoffers en slachtoffers van huiselijk geweld. Meestal doet iemand - wanneer hij slachtoffer wordt van een geweldsmisdrijf - aangifte bij de politie. Bij het doen van aangifte wordt gewezen op de mogelijkheid van hulp door Slachtofferhulp en het Schadefonds. Bij zowel minderjarige slachtoffers als slachtoffers van huiselijk geweld komt het relatief vaker voor dat zij geen aangifte doen. Bij minderjarige slachtoffers omdat zij soms niet weten wat strafbaar is of dat naar een politiebureau gaan voor hen een grote stap is. Bij slachtoffers van huiselijk geweld is het doen van aangifte ook een hoge drempel, omdat de dader vaak een bekende is en het doen van aangifte de situatie alleen maar compliceert. De slachtoffers  worden dan niet geattendeerd op de mogelijkheid om een tegemoetkoming bij ons aan te vragen.
De afgelopen maanden ben ik veel in gesprek geweest met verschillende instanties die hulp verlenen aan minderjarige slachtoffers en slachtoffers van huiselijk geweld. Zoals met Jeugdzorg Nederland, Jeugdbescherming West, Veilig Thuis Haaglanden, de Raad voor de Kinderbescherming, de Blijf groep Amsterdam, Federatie Opvang, maar ook met het Openbaar Ministerie en de politie. In de gesprekken met jeugd- en huiselijk geweldinstanties trof ik een grote onbekendheid met het Schadefonds. Na uitgelegd te hebben wat wij doen was steevast de reactie tweeledig. In de eerste plaats “wat mooi dat die mogelijkheid er is”. En in de tweede plaats: “daar kunnen vast veel van onze cliënten wat aan hebben”.

Op beide terreinen - jeugdige slachtoffers en slachtoffers van huiselijk geweld - verkennen we momenteel hoe we de bekendheid met het Schadefonds kunnen vergroten. Een eerste stap daarbij is het geven van een nadere omschrijving van het soort zaken waar het om kan gaan. Uit ons eigen systeem verzamelen we zaken en maken daar een meer algemeen beeld van, maar wel toegespitst op zaken die vóórkomen bij minderjarigen en bij huiselijk geweld. Dit proberen we ook zoveel mogelijk in de ‘taal’ van de hulpverlening op te stellen. Wij zijn een juridische en strafrechtelijk georiënteerde organisatie en merken in de communicatie dat dit niet altijd even goed overkomt.
Verder gaan we bekijken met welke informatie wij de beoordeling van een aanvraag kunnen doen. In deze gevallen is vaak geen aangifte gedaan bij de politie. Dat is toch een van de belangrijkste documenten op basis waarvan wij onze afweging maken. Maar zeker niet de enige. We kunnen ook op basis van andere gegevens en documenten een afweging maken. Ook hier gaan we voorbeelden van geven .
Dit voorjaar zal ons onderzoek meer duidelijkheid geven en kunnen we verder in overleg met genoemde instanties om nadere afspraken te maken hoe we dit verder kunnen brengen.
En dit alles met het doel om jeugdige slachtoffers en slachtoffers van huiselijk geweld ,die tot op heden nog onvoldoende de mogelijkheden van het Schadefonds benutten, beter te bereiken.

www.schadefonds.nl

dinsdag 1 maart 2016

Beschermheilige

Door: Carol van Nijnatten, lid Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven

Seksueel misbruik van kwetsbare mensen blijft niet beperkt tot de Nederlandse jeugdzorg. Mondiaal wordt een op de vijf vrouwen verkracht of op andere wijze seksueel misbruikt (Rode Kruis). Verkrachting is een oorlogswapen.  Volgens Denis Mukwege die dit jaar bijna de Nobelprijs voor de Vrede kreeg, zijn de massale verkrachtingen van vrouwen en kinderen een wapen in de onderlinge strijd van Congolese strijdgroepen. In niet mis te verstane woorden laat hij op internationale podia zijn afschuw blijken over deze mensonterende praktijken. Mukwege is gynaecoloog en heeft in Congo een ziekenhuis (Panzi) opgericht, waar hij slachtoffers van seksueel geweld opereert. In de afgelopen vijftien jaar heeft hij al meer dan 40.000 hersteloperaties uitgevoerd. 
Kinderen ontspringen de dans niet. Volgens War Child zijn wereldwijd 30 miljoen oorlogskinderen slachtoffer van seksueel misbruik. 30 Miljoen! Maar niet alleen in oorlogssituaties. In oktober werden in India twee 17-jarige jongens gearresteerd nadat zij een meisje van 2 ½ jaar in de trein hadden verkracht. Mukwege jongste patiënte was zes maanden oud!

Het blijft niet bij violeren (een term die het gewelddadige en ontheiligende karakter van verkrachting  onderstreept), het gaat ook om bruut geweld tegen de vrouwelijke en kinderlijke sekse. De sekse wordt letterlijk kapot geschoten. Mukwege probeert te redden wat er te redden valt.
De gebeurtenissen in Congo roepen herinneringen op aan de roman ‘Heart of Darkness’ van Joseph Conrad.  De hoofdpersoon Marlow  vaart stroomopwaarts naar de donkere binnenlanden van de Congo waar de wetten van de jungle gelden en niet die van de menselijke beschaving. De bootreis is zo ook een reis naar de zwarte diepte van de menselijke geest.  Als het individu niet door de sociale omgeving in toom wordt gehouden, kan hij zich tot een monster ontwikkelen. Mutwege noemt de massale verkrachtingen een uiting van wetteloosheid. Het is een dieptepunt in de verhouding tussen de seksen en de generaties. Het gaat de verkrachters om de meest kwetsbaren en daarom is het geen specifieke vrouwenkwestie is, maar een van menselijkheid. Mukwege: “Mannen hebben de verantwoordelijkheid hieraan een einde te maken”
In 2012 ontsnapte Mukwege ternauwernood aan een moordaanslag. Zijn lijfwacht werd gedood. Hij verbleef enkele maanden in België maar keerde terug op verzoek van de vrouwen die door hen waren geholpen.

Mukwege is dus  een held. Is hij ook een heilige die wij kunnen aanroepen een einde te maken aan dit onrecht?  Op die vraag zou hij minzaam ‘nee’ knikken. Wat zou een dergelijke  verering immers veranderen aan het lot van de misbruikten? De Nobelprijs kan hem gestolen worden. Het komt erop aan de situatie van de slachtoffers in Congo en elders te veranderen.  “Elke dag moet je jezelf afvragen wat heb ik voor iemand anders gedaan. Dan besef je beter dat  niet alles om jou draait”.

De beschermheilige Mukwege predikt geen aanbidding maar initiatief. Niet alleen in Congo maar overal ter wereld en dus ook in onze Nederlandse jeugdzorg.

www.schadefonds.nl

donderdag 21 januari 2016

Waarom ik het doe; leed verzachten

Door: Ludo Goossens,Voorzitter Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven

Er was een jonge, volkomen geïntegreerde Marokkaanse familie. De vader kwam in de jaren 70 als gastarbeider naar Nederland. Hij werkte zich krom. De moeder en kinderen kwamen later voor gezinshereniging. Het waren gewone, nette en constructieve mensen. De dochters, midden twintig, misschien 30 jaar nu, waren hoog opgeleid. Een zoon zat een beetje aan de rand van de samenleving, maar hij was geen crimineel.

Die zoon werd doodgeschoten omdat hij voor een ander werd aangezien. Een executie in het criminele milieu, maar helaas was een verkeerde man vermoord. In eerste instantie wees het Schadefonds Geweldsmisdrijven de aanvraag voor een financiële tegemoetkoming aan de nabestaanden af omdat bij de dode jongen op straat drugs werden aangetroffen. Eerst bestond het vermoeden dat hij dealde.

Toen de nabestaanden bezwaar maakten tegen de beslissing van het Schadefonds, werd verder gezocht. Ook het politieonderzoek vorderde intussen. Meer en meer ontstond de overtuiging dat er sprake was van een persoonsverwisseling. Wat zag ik: gebroken ouders, die voor het eerst na de dood van de zoon, meekwamen naar het kantoor van het Schadefonds. Zij konden niet vertellen over hun zoon, die op straat was vermoord. Twee sterke dochters, die wel konden vertellen over hun broer en hun huilende vader en moeder.

Ter voorbereiding op de behandeling van het bezwaar had het Schadefonds intussen in een intensief contact met de politie boven water gehaald dat er vrijwel zeker sprake was van een persoonsverwisseling. Nieuwe situatie: kapot gezin, gebroken ouders, sterke dochters in een gesprek over een zoon die dood op straat lag , slachtoffer van een liquidatie die niet voor hem bedoeld was. Het bezwaar van de nabestaanden was gegrond. Zij kregen een financiële tegemoetkoming van het Schadefonds.

Dat gesprek, die erkenning, het verzachten van het leed, een beetje, het geven van hoop, een beetje, dat vergeet ik nooit meer en daar doen wij het voor. Dit gebroken gezin heeft geen fijne feestdagen gehad, maar ik hoop volgend jaar toch weer een beetje beter, mede dankzij de erkenning die wij als Schadefonds namens ons allen - als samenleving - hebben kunnen geven.

In mijn volgende blog ga ik weer in op de grote ontwikkelingen bij het Schadefonds. Na dit verhaal is dat niet passend, hier past even stilte.

www.schadefonds.nl