Door: Frans Beerling, Lid Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven
"Niet alles dat je kan tellen is van waarde.” Dit citaat schoot door mijn hoofd toen ik voor het eerst een jaarverslag van het Schadefonds las en constateerde dat het € 0,50 kost om € 1,- toe te kennen. Ik nam het verslag 2012 door bij mijn voorbereiding op mijn sollicitatie voor de rol van commissielid. Mijn automatische reactie was: ‘dat kan toch niet waar zijn?’ Tegelijkertijd drong tot me door dat de kern van het Schadefonds dus niet ligt in een strategisch en economisch verantwoorde bedrijfsvoering. Het draait om solidariteit en erkenning met slachtoffers. ‘Winst’, mijn ‘normale’ invalshoek bij bedrijven, is bij het Schadefonds niet wat je telt. Het recente onderzoek van Mulder is daar klip en klaar over. De samenleving wil erkenning van de positie van slachtoffers en erkennen kost geld.
Toch blijven rode lampjes bij mij branden. Kosten zijn nu eenmaal de achillespees van een publieke organisatie, zeker in tijden van bezuinigingen. Discussie over kosten kan je voor zijn door goede dienstverlening en een sterke relatie met je opdrachtgever (beiden in mijn beleving dik op orde bij het Schadefonds) maar een kritische kijk op diensten en kosten blijft onontbeerlijk.
Sinds eind 20 ste eeuw is de positie van slachtoffers aanzienlijk versterkt. Daar is het Schadefonds mede debet aan. Het is de vraag of de dienstverlening van het Schadefonds in voldoende mate is meegegroeid met die veranderde positie van het slachtoffer. Wat dat betreft kijk ik met interesse naar de voorschotregeling en de verrekening van onze uitkering bij CJIB. We mogen er van uitgaan dat voeging/aansprakelijk stelling en andere middelen steeds meer door weerbare slachtoffers worden ingezet. Het ligt dus in de lijn van de ontwikkelingen dat de uitkering van het Schadefonds steeds vaker zal worden verrekend, zeker wanneer het geringere uitkeringen betreft. Het is de vraag hoe slachtoffers de solidariteit en erkenning van de zijde van het Schadefonds bij verrekening blijven beleven. Een ander effect bij meer verrekening is dat het Schadefonds, bij ongewijzigd beleid, feitelijk steeds minder uitbetaalt en dat de kosten per toegekende euro steeds hoger worden.
Heeft dat dan nog een werkelijk toegevoegde waarde? Verrekenen van solidariteit voelt niet goed. Het heeft de schijn van een rekening achteraf. De dienstverlening van het Schadefonds krijgt de schijn van rondpompen van gelden. Beleidsmatig staan wij als Schadefonds voor de vraag of onze huidige vorm van dienstverlening nog past bij veranderende positie van slachtoffers en of de huidige vorm van erkenning dan opweegt tegen de kosten.
Een schot voor de boeg? Ik verwacht dat een blijvende toegevoegde waarde voor het Schadefonds ligt bij het verlenen van alleen die erkenning en solidariteit die niet wordt verrekend (het laatste deel van het citaat is toegeschreven aan Einstein).
www.schadefonds.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten